Storm
De afgelopen weken zijn turbulent geweest
Ik heb zoveel verdriet en machteloosheid gevoeld.
En ook woede, schuld en schaamte kwamen voorbij.
Het overviel me, ik dacht dat ik al best goed ging.
Hoopte op een opwaartse trend
Niets is minder waar.
Ruim 3 maanden na; het gemis zwelt aan.
De verdoving werkt langzaam uit.
Overdonderend gemis:
De pijnlijke realiteit, leven zonder Mats.
Plannen maken zonder Mats.
Een viering, een uitje, een reis, een ontmoeting.
Het leven gaat door en het sterven ook…
Onverwacht word ik dagelijks overvallen.
Meestal enkel een brok in mijn keel, een rollende traan.
En soms in duizend stukjes brekend:
Knikkende knieën, troosteloos verdriet en pijn.
“De volgende is aan de beurt…”
Dit werd mij gezegd bij Zorgvlied na de crematie van Mats,
15 augustus……
Ik kon er verdoofd om lachen,
de rauwe realiteit, de tijd, we moesten door.
Aan alles komt een eind.
Onlangs is een heel dierbare vriend overleden
en ik hoorde de woorden weer; “De volgende is aan de beurt…”
Deze keer in mijn hoofd, een herhaling,
ik werd keihard teruggeworpen in de tijd:
Vlak na het overlijden van Mats.
Ik brak in duizend stukjes,
mijn korstje was nog dun, heel dun.
Diep verdriet overviel me, mijn hart brak.
Zomaar plots alles overspoelend.
Het volgende sterven maakte boosheid in mij los:
Moet ik dan nu al klaar zijn?
Moet ik plaatsmaken?
Mijn tranen drogen, stoppen met verdriet?
Ik voelde onmacht, kan het niet, niet nu al.
Ik wil nog in het midden staan van alle aandacht, Mats en ik.
En daar past niemand bij.
Ik schaamde mij voor deze gevoelens,
Wat egocentrisch, alles draait om mij.
Tegelijk voelde ik ook het immense verdriet van de volgende.
Het verdriet dat ik ken, vers in mij.
Zijn geliefden, ook mijn lieve.
Ik wilde hen dragen, er zijn met heel mijn hart.
En het lukte me niet naar mijn tevredenheid.
Ik heb de ruimte, de energie niet om te geven
zoals ik zo mooi mocht ontvangen.
Ik ben niet volledig voor de mensen die mij dierbaar zijn.
Ik ben nog beperkt, niet klaar, niet heel.
En dat doet me spijt.
De afgelopen weken was ik boos op de dood en op de tijd.
En dat was zwaar weer.
Ik voelde me heel down en kon ermee zijn.
Lief zijn, kleine stapjes, ruimte en tijd (wat ook mijn vriend is), geef ik mij.
Ik vergeef mijzelf, het hoort er allemaal bij.
Na elke storm is gelukkig weer zonneschijn.
Deze zinnen dwalen sinds Mats in mijn hoofd:
‘We kunnen er niet bovenover
We kunnen er niet onderdoor
We moeten er wel dwars doorheen’.
Uit; ‘Wij gaan op berenjacht’, ons favoriete kinderboek.
Het is waar, erdoorheen is de enige weg
Om uiteindelijk weer heel te kunnen worden & zijn.