Herdenkdag
Er wordt mij gevraagd wat ik wil en ga doen op 7 augustus en ik weet het niet. Mijn hoofd draait overuren om te bedenken wat ik zou moeten doen, wat ik behoor te voelen en ik raak gefrustreerd, voel weerstand. Waarom moet ik iets op de 7e, waarom heeft een jaar 365 dagen en is het nodig om ‘speciale’ dagen van viering en herdenking extra aandacht te geven? Moet ik daaraan meedoen, wil ik dat? Ik herdenk Mats elke dag, elk uur en dat zal ik altijd blijven doen. Waarom voel ik me zo beknelt, zo bedrukt, zo zwaar, toe kruipend naar deze datum. Is het opgelegd, tijd door de mens bedacht, of een natuurlijk proces? Ik loop al dagen op antwoorden te jagen en ik geloof niet dat ik er door het proberen te ‘bedenken’ in slaag.
Mijn denken is boos en richt zijn pijlen op de tijd en gewoontes, conditioneringen, van het menselijk bestaan. Het probeert mijn hart te overstemmen, mij af te leiden van het grote verdriet, het te camoufleren. En elke dag dichterbij verliest mijn denken zijn kracht. Mijn hart doet pijn, dat valt niet te vermijden, dus ik begin weer met schrijven, mijn manier om mijn hart te kunnen verstaan.
Ik wil niet dat Mats dood is, ik wil niet dat de dag dat hij overleed bestaat. Ik wil huilen en schreeuwen en de goden verzoeken de tijd terug te draaien, mijn kind terug te geven en hem te laten leven. Dat is waar het om gaat.
Als ik terugblik op deze tijd een jaar geleden, toen we het vuur de hele nacht lieten branden en verhalen over Mats deelden, dan besef ik dat er een verandering in mij heeft plaatsgevonden. Ik ben weer op diezelfde plek, boven op de berg waar het uitzicht eindeloos is en de natuur en haar stilte als een deken over mij waakt. En ik ben in het gezelschap van mijn beste vrienden, mijn dragers. Ik heb me omringd met alles wat mij nu dient, om mij veilig en vrij te kunnen voelen en waar ik al mijn aandacht naar mijn binnenwereld kan laten gaan.
Nu, anders als toen, ervaar ik geen angst meer dat ik Mats zal vergeten, geen ‘Fear To Forget’. Er is een diep weten in mij gegroeid dat hij mij nooit zal verlaten dat hij in mij verankerd zit. Dit geeft mij zoveel warmte en rust waardoor ik, dit jaar, minder noodzaak voel om zijn sterfdag actief te herdenken … denk ik… De tijd zal het leren, want de dag komt er voelbaar aan. Ik wacht af en doe mijn best in het hier-en-nu te blijven. Ik spreek mijzelf toe dat ik niets hoef te doen, dat ik geen woorden hoef te geven, niets hoef te weten of ergens heen hoef te gaan. Ik hoef niets behalve vertrouwen dat deze dag ook weer voorbij zal gaan en dat hij zal geven wat geschreven staat. Voor nu wil ik enkel mijn hart laten spreken en delen hoe rouw mij vergaat.
Als je tot zover hebt gelezen neem ik nog graag de vrijheid een verzoekje te plaatsen: het is voor mij altijd welkom en steunend om te zien of te horen hoe Mats zijn leven, voor jou, betekenis heeft gehad: hoe hij voor jou, in jou, blijft voortbestaan.
Wellicht is een speciale ‘herdenk dag’ daar een mooi moment voor. Is het in het alledaagse, snelle, drukke, leven wenselijk om een datum te zetten waarop bewust ruimte wordt gecreëerd om naar binnen te gaan, om even stil te staan en terug in de tijd te gaan, helemaal te zijn met wat was. Ik kan alleen maar wensen dat iedereen zijn moment daarvoor pakt en Mats trots zal maken.’